Ticket naar Nirvana

 

Datum: 12 januari 2003

Uitreksel van een artikel uit:

Volkskrant van dinsdag 7  januari 2003,

Katern Voorkant

© Copyright de Volkskrant 2003

Klik hier voor het volledige artikel

Sinds de Beatles heeft India een grote aantrekkingskracht op westerlingen die op zoek zijn naar verlichting. Hordes toeristen denken met hulp van een goeroe in een paar weken een ander mens te kunnen worden. ‘Je moet het ervaren.’

Door Sacha Kester

Ergens in Rishikesh, in het noorden van India, ligt een man op een spijkerbed. Hij draagt een lendendoek, heeft lange haren die aan elkaar klitten en weigert op of om te kijken als anderen hem benaderen. Op een bordje naast zijn hoofd staat zowel in het Hindi als in het Engels geschreven: ‘Ja, ik ben een sadhu. Ja, ik heb al twaalf jaar niet gesproken. Ja, mijn lichaam voelt nog steeds pijn en licht ongemak. Laat me alsjeblieft met rust zodat ik kan mediteren.’        

Dát zijn volgens de meeste Indiërs echte heilige mannen. Eenzame zielen die zich terugtrekken in de Himalaya, of die met bun schamele bezittingen rondzwerven en leven van de aalmoezen die gelovigen hen toestoppen. Ze doen geen truukjes, zoals uit het niets materialiseren van as, en ze zijn niet op zoek naar volgelingen die veel geld kunnen neerleggen om het nirvana te bereiken.

(..)        

Maar waar te beginnen in dit woud van heilige mannen ? Je hebt naakte kerels die bij een tempel staan en je een mantra in de oren fluisteren als je ze een muntje in de handen drukt. En er zijn beroemdheden die de hele wereld afreizen en in elke grote stad een kantoortje hebben.

(..)        

Het zijn niet alleen hippies die naar India trekken. Verpleegsters, bankbedienden, managers en huisvrouwen: iedereen die op zoek is naar geestelijk voedsel, die het verlies van de kerk niet weet te verteren of boeken als De Celestijnse Belofte heeft gevreten, iedereen kan een ticket naar India kopen.        

Maar ook hier zijn de antwoorden moeilijk te vinden.’Jullie westerlingen weten altijd de plank mis te slaan’, zegt Suranya Chakraverti. ‘Of jullie maken een echte goede goeroe belachelijk en zeggen dat het allemaal zweverig gelul is. Of jullie geloven wel in spiritualiteit en kiezen vervolgens voor een oplichter.’        

Een goed voorbeeld van die laatste categorie is Sai Baba: de man met het kapsel waar de Jackson Five jaloers op zouden zijn geweest. Hij heeft miljoenen volgelingen die geloven dat hij god zelf is en het verdriet van degenen die na jaren van devotie zijn bedrog doorzagen, is onbeschrijvelijk. De juwelen en horloges die hij materialiseert zitten verstopt in zijn stoel. Volgelingen die fors doneren krijgen een voorkeursbehandeling. Hij raadt zieken af hun medicijnen te nemen. En hij nodigt knappe jonge jongens uit voor een privé-interview, om vervolgens in hun onderbroek te graaien en hen uit te nodigen hem oraal te bevredigen.         

‘Verwoesting. Verwoesting’, schrijft Hans de Kraker op een site waar ex-volgelingen hun verhaal als waarschuwing voor anderen hebben gepubliceerd. ‘De feiten, de waarheid, dat waarvoor wij allemaal naar India reisden, roept ons nu. De waarheid schreeuwt om hulp.’        

Het vinden van een goeroe is dus een hachelijke zaak. In het boek Karma Cola zegt een Duitse econoom tegen auteur Gita Mehta: ‘Ik vind dat ze een kwaliteitscontrole voor goeroes moeten invoeren. Veel van mijn vrienden zijn gek geworden in India.’

(...)