De Wonderdoener

 

©Piet van der Eijk in HP/De Tijd, 31/1/1992, pp. 46-50

Hij draagt een oranje jurk, heeft een uitbundige kop met haar en doet mirakelse dingen: Bhagwan is dood, leve Sai Baba. 'Hij weet het antwoord al voor de vraag gesteld is.' Maar er is nog meer.

Nederland is bezig een nieuwe God te ontdekken: Sai Baba. Ook hij gaat gekleed in het oranje en ook hij woont in India. Van Bhagwan is na zijn lichamelijk verscheiden twee jaar geleden alleen de geest nog maar levend, maar hoe. Hoewel zijn dood het faillissement inleidde van wat in Amsterdam een klein imperium was geworden, heet Jan Foudraine nog steeds Amrito en beschouwt hij zich onverminderd als ambassadeur van de verlichte meester. En in Poona schijnt het drukker te zijn dan ooit. Elke dag weer wordt voor de nog altijd toestromende menigte een lege zetel aangedragen, waarna Bhagwan op het videoscherm verschijnt. Maar Sai Baba heeft op Bhagwan voor dat hij lééft en dat zijn 'toegewijden' hem kunnen zien en zelfs aanraken. Er komt dan ook een nieuwe stroom naar India op gang.

Zoals Bhagwan, die met wijsheden, Rolls Royces, grappen, oneindige liefde, inclusief vrije seks, Nederland tot een goed lopend filiaal wist te maken, zo weet ook Sai Baba een groeiend aantal Nederlanders aan zich te binden. Nadat hij over de gehele wereld al miljoenen toegewijden om zich heen heeft verzameld, zijn er ook hier inmiddels al zo'n dertig centra opgericht waar zijn devotees bijeenkomen om hem te eren, zich over hem te laten onderwijzen, te mediteren en zich door het portret van hun 'wonderdoener', hun 'genezer', hun 'bergenverzetter', hun 'leraar', hun 'vader' èn 'moeder' te laten inspireren.

Zij geloven vast en zeker dat het hier niet alleen gaat om een verlichte meester, maar om een God, een God in mensengedaante. Men is ervan overtuigd, en zegt veelal zelf te hebben ervaren, dat hij, zoals het een God betaamt, alles weet van alles, en ook van iedereen: heden, verleden en toekomst. Wie ervoor openstaat krijgt antwoord nog voor de vraag gesteld is, de oplossing van zijn problemen wordt hem vanuit het oneindige aangereikt.

Hier geen hoog oplaaiende therapeutische bijeenkomsten inclusief veel lichamelijkheid en seks, maar eerder een soort kerkdiensten met door exotische instrumenten begeleide zang, waarmee in het Sanskriet de lof wordt gezongen van de avatar, de god in mensengedaante.

Met Kerstmis waren er onder de honderdduizenden die uit alle streken naar Baba's ashram waren toegestroomd, zo'n honderd Nederlanders. Ze werden bevestigd in wat ze al wisten: Sai Baba is God zelf. Ze zijn getuige geweest van wonderen die hij verricht - het uit het niets te voorschijn toveren van heilige as, van ringen en andere sieraden, het genezen van zoniet het uit de dood doen opstaan van een overledene - maar het grootste wonder vinden zij wat hij in hen heeft bewerkstelligd: een positieve verandering die hun leven pas inhoud heeft gegeven.

Van Sai Baba krijgen ze een opdracht, waarvan overigens niemand slechter kan worden. Volgens hem is het doel in het leven vooral de dienstbaarheid tegenover anderen te vergroten, waarmee tegelijk wordt bereikt dat het in de weg staande ego wordt weggewerkt. Komt de ondermijning van het ik-tijdperk uit het oosten?

Het resultaat is in ieder geval dat steeds meer zieken, eenzamen, dementen en bejaarden zich zien bijgestaan door Sai Baba-volgelingen. Die hulp is geheel belangeloos, dat wil zeggen zonder financiële vergoeding. Maar volgens Sai Baba zelf is er wel eigenbelang in het spel, en dat màg: door anderen te helpen word je zelf beter, zoals ook al eerder elders te leren viel.

Het ziet er niet naar uit dat de volgelingen van Sai Baba (een fout woord vinden ze zelf; ze 'volgen' niet maar 'denken') evenveel opzien, laat staan opschudding zullen baren als die van Bhagwan.

Er wordt weinig overloop van de ene meester naar de andere geconstateerd want swami's, ook zoekers weliswaar, maar minder onstuimig en minder erop uit 'erbij te horen', saaier misschien wel. De groei zit er niettemin goed in, de boeken over Sai Baba verkopen steeds beter en het aantal centra breidt zich gestaag uit.

Heel Nederland kreeg begin dit jaar de kans van het fenomeen kennis te nemen via de NOS-documentaire God woont in India, een impressie waarnaar 130.000 mensen hebben gekeken. En dat de zojuist verschenen Suske en Wiske van Willy Vandersteen Lambik Baba op de gebruikelijke kluchtige toon ook de tot God geworden mens als onderwerp heeft, kan alleen maar als een soort bezegeling van de zoveelste moderne religieuze beweging gelden. Dat in deze bundel het begrip schijn-heilige wordt opgevoerd mag overigens wel een vondst heten.

Sathya Sai Baba werd 65 jaar geleden geboren in Puttaparthi, een afgelegen dorp in Zuid-India, de streek waar nu ook zijn ashram is gevestigd. Als jongen al, vermeldt zijn levensverhaal, verliet hij de ouderlijke woning, nadat hij zijn omgeving in opschudding had gebracht door allerlei wonderen te verrichten en uitspraken te doen over zaken waarvan niemand begreep hoe hij ze kon weten. Zijn ouders meenden dat hij door demonen was bezeten en lieten hem door een duiveluitdrijver geselen om zodoende de boze geesten te verjagen.

Een geraadpleegde hoge ambtenaar dacht eerder met een geestelijk gestoorde te maken te hebben en adviseerde opname. De veertienjarige herstelde van zijn geestelijke en lichamelijke crisis, ging zich Sai Baba noemen en riep zichzelf uit tot de reïncarnatie van Shirdi Sai Baba, een acht jaar daarvoor verscheiden avatar, die werkte onder zowel de hindoes als moslims. Ook hij was op aarde gekomen om een wereld in verval meer in evenwicht te brengen door rechtschapenheid en goed gedrag. Door het verrichten van wonderen wist Sai Baba van het begin af aan vereerders om zich heen te verzamelen en werd ook hij als een avatar beschouwd. De wereld ontdekte hem, er kwam een stroom van literatuur over hem op gang en hij werd toevluchtsoord van menig zoekend westers mens. Sai Baba heeft laten weten 95 jaar te zullen worden om daarna opnieuw te reïncarneren als Prema Sai Baba, die de avatar-missie zal voltooien.

De Sai Baba van nu is een opvallende verschijning, een kleine man, gekleed in een lange oranje jurk en gezegend met een royaal uitgevallen Afro-kapsel. Hij leidt naar men zegt een sober leven in zijn ashram, die door vele giften kon worden uitgebouwd tot een paradijselijke plek met prachtige tempels, scholen en andere gebouwen. De toestromende devotees slapen er met honderden bijeen op eenvoudige matrasjes. Er is een groot ontvangstgebouw neergezet, waar Sai Baba zich meermalen per dag tussen zijn toegewijden beweegt. Er wordt gewerkt aan een luchthaven vlak in de buurt om het de devotees gemakkelijk te maken naar hem toe te vliegen. Ook elders worden er allerlei gebouwen neergezet zoals scholen, een universiteit en een groot ziekenhuis, in een prachtige hindoestijl, alles gefinancierd uit de omvangrijke Sai Baba-fondsen en gratis ter beschikking gesteld van de toegewijden.

Men komt nooit zomaar met Sai Baba in aanraking, zo krijgen we te horen. Er is vrijwel altijd een verhaal aan verbonden met vreemde gebeurtenissen. Devotees zeggen dat het gaat om dingen die anderen toeval noemen.

Neem die man uit Leiden, volledig aan de grond, baan kwijt en al veel te lang aan de drank. Hij heeft een droom waarin hem een lotusbloem voor ogen komt. De volgende dag ziet hij ergens toevallig een boek liggen met op de omslag precies die bloem. Hij is stomverbaasd, neemt het boek mee en leest over een godmens in India, Sai Baba geheten. Natuurlijk heeft hij een pilsje naast zich staan. Hij leest over de olifant, symbool van goedheid en wijsheid, en neemt een slok. Maar het eerst zo heerlijke gele nat smaakt ineens naar iets heel anders, iets walgelijks: inderdaad, olifantenpis.

Sindsdien heeft hij geen drank meer aangeraakt en heeft hij zich uit zijn ellende verheven. Op grond van zijn wedergeboorte kreeg hij een bedrag van de sociale dienst om zich te herscholen. Maar eerst is hij nu even naar India, om zijn redder in de nood persoonlijk te kunnen ontmoeten.

Een grijze zondagmorgen in een grijze Haagse buurt. Op straat behalve een enkele honden-uitlater hier en daar iemand op weg naar het kerkgebouw van het Theosofische Genootschap. Op de bovenste verdieping is een zaaltje gereserveerd voor Sai Baba. Een stemmige ruimte, met vooraan op een verhoog met wit altaarkleed een royale, in gouden lijst gevatte kleurenfoto van de avatar met het kroeshaar. Voor hem een brandende kaars, bloemen en een potje as uit India. Ik maak direct al twee foutjes, blijkt spoedig: ik ga links zitten terwijl daar alleen maar vrouwen worden geacht plaats te nemen en ik heb mijn schoenen aangehouden. Op het eerste word ik gewezen, van het tweede wordt niets gezegd.

Voor iedereen is er een dik gezangenboek voorhanden, waarin een keur van liederen in het Sanskriet. Er wordt ook in deze taal gezongen, maar omdat de vertaling eronder staat weten we dat de inhoud eenvoudig is: "Bescherm ons, heer van Puttaparthi, u bent de schepper, de levenskracht van alle wezens." Alle liederen gaan over de goedheid en de grootheid van de avatar. Voor de begeleiding wordt er een trommeltje en een tamboerijn bespeeld.

Er volgt een korte voorlezing, waarna een uur lang bijna uitsluitend wordt gezongen, wat met grote overgave gebeurt, aan het eind bijna frenetiek.

Er zitten zo'n honderd mensen in het zaaltje, jong en oud, mannen en vrouwen, voornamelijk Nederlanders maar ook een aantal Surinaamse Hindoestanen, die trouwens elders in de stad nog een eigen tempel hebben met een mandir, een priester. Alles bijeen een gezelschap waar niets bijzonders aan is. De dienst wordt besloten met het ronddelen van de heilige as, vibhuti, waarvan een beetje in een holte van de uitgestoken hand wordt gestrooid, waarna het wordt geconsumeerd. Om de handen schoon te maken worden ze enkele keren door de haren gehaald.

Na de bijeenkomst kunnen de nieuwelingen, vermoedelijk aangelokt door de TV-documentaire, inlichtingen inwinnen. Er is een keur van boeken over en fotos van Sai Baba voorhanden, waaronder Lambik Baba, dat kennelijk de goedkeuring heeft kunnen wegdragen.

Een van de devotees is H. Hugens (50) maatschappelijk werker in een ziekenhuis, heel vroeger katholiek. Hij is op Sai Baba gekomen via een huisbezoek bij een patiënt, die vanwege afasie geen woord kon uitbrengen, maar eenmaal thuis wel ineens de gezangen van Sai Baba kon meezingen toen er een bandje werd opgezet.

Hugens kreeg het teken dat hij Sai Baba moest volgen toen hij tijdens een meditatie bij een waxinelichtje aan de meester dacht en plotseling meemaakte hoe het miniscule kaarsje langdurig bijna een halve meter hoog begon op te vlammen. Twee jaar is hij nu toegewijd, hij is inmiddels al in India geweest en staat aan de vooravond van zijn tweede reis. Sinds zijn ontmoeting met Sai Baba put hij grote kracht uit de meester. "Bij alles wat je doet denk je aan hem, je weet dat hij altijd bij je is. Het geeft me kracht en dat heb ik bij het werk dat ik doe weleens nodig."

Ook Hugens heeft de wonderen mogen meemaken die Sai Baba dag in dag uit verricht ten overstaan van de tienduizenden om hem heen. "Ik heb het gezien en ik verbaas me nergens meer over. Wat moet je anders dan het sprakeloos aanvaarden? Toen ik daar zat en hij in de buurt kwam dacht ik: kijk me eens aan, op hetzelfde ogenblik gebeurt het." Ook heeft hij natuurlijk gezien, beter: ervaren want juist niét gezien, hoe Sai Baba uit het ogenschijnlijke niets ringen en andere sieraden te voorschijn haalt - materialiseert in het jargon van de devotees - om ze daarna weg te schenken. Zoal hij ook steeds weer heilige as uit het niets tovert om die aan hunkerende gelovigen uit te delen.

Sinds die documentaire van Jan Dorresteijn werd uitgezonden hebben we allemaal kunnen zien hoe het gaat met die wonderen En dan hebben we het er niet over dat Sai Baba doodzieken heeft genezen, zelfs een reeds in staat van ontbinding verkerende dode weer tot leven heeft gewekt en uit zijn lichaam via zijn mond hele beelden te voorschijn brengt, zonder dat iemand ook maar in staat is tot een spoor van verklaring.

Nee, we hebben het over de alledaagse mirakels, zoals Sai Baba die al zijn hele leven doet. Hij is de eerste die zegt dat dit allemaal totaal onbelangrijk is, maar dat hij het alleen maar nodig heeft als zijn 'visite-kaartjes', om al te nuchtere en afhoudende geïnteresseerden duidelijk te maken dat hij geen willekeurige zeepkistredenaar is, maar wel degelijk een godmens.

In de film zien we hem rondlopen te midden van zijn duizenden in het wit geklede devotees, hier en daar brieven met wensen en problemen in ontvangst nemend - of niet, en dat betekent ook wat - en achteloos wonderen verrichtend. Terwijl duizenden ogen èn een Nederlandse camera op hem gefixeerd zijn, grijpt hij in de lucht en ziet: zijn eerst lege hand is gevuld met as, of met een glinsterend sieraad dat hij vervolgens wegschenkt, om dezelfde handbeweging even later te herhalen en weer en weer. Er lijkt niets uit zijn mouw of ergens anders vandaan te komen - inderdaad, net als bij Fred Kaps, ooit wereldkampioen goochelen. Wat valt er verder van te zeggen? Een devotee wil wel wat kwijt: "Een goochelaar? Hebt u weleens een goochelaar gezien die zijn hele leven bereid is kostbare sieraden weg te geven?"

Voor Dorresteijn, die als eerste TV-man zolang in de ashram mocht blijven, is Sai Baba vooral een fenomeen omdat hij zolang zoveel honderdduizenden aan zich weet te binden. "Wat hij zegt is niet verkeerd," vindt hij. Over de wonderen, de materialisaties, kan Dorresteijn niets vertellen: je staat er met je neus bovenop, maar je weet niet wat er gebeurt wanneer hij allerlei dingen te voorschijn haalt. "Maar je ogen zien niet de werkelijkheid. Het moet met vingervlugheid te maken hebben. Wanneer men denkt met een godmens te maken te hebben, dan mag dat van mij. Maar zelf kan ik het niet geloven."

O ja, er is nog iets. Uitgerekend de eerste de beste die wij voor dit verhaal benaderen nadat we haar adres als willekeurige devotee via via hebben verkregen, is Alexandra Nagel uit Wageningen. Zij antwoordt terughoudend op onze vragen, wil duidelijk niet veel kwijt, totdat later in het gesprek blijkt dat zij nog maar zijdelings in de Sai Baba-beweging geïnteresseerd is.

Alexandra (30) heeft haar bedenkingen, maar ze zou het vervelend vinden wanneer haar ervaringen alleen maar negatief zouden worden uitgelegd. Aarzelend komt het er uit: in '89 was zij drie maanden in de ashram van Sai Baba. Zij kwam er ook onder de indruk wat zij daar meemaakte en voelde zich zelfs een devotee worden. Maar uiteindelijk ging zij er geheel in de war vandaan en had zij enige tijd nodig om haar evenwicht te hervinden. Hoewel zij het niet graag vertelt vindt ze ook dat ze niets te verbergen heeft: een vriend met wie zij in de ashram is opgetrokken heeft heel vreemde ervaringen opgedaan met de godmens. Ja, inderdaad, op seksueel gebied. We kunnen het hem beter zelf vragen.

We bellen met Keith Ord in Londen. Hij wil er wel over praten, hoe pijnlijk het indertijd ook was. Toen hij het pas had meegemaakt was zijn verwarring groot en wist hij niet wat hij ervan moest denken. Inmiddels heeft hij zijn conclusie getrokken: Sai Baba deugt niet. Hij is een huichelaar als het om seks gaat.

Keith, (26), vertelt dat Sai Baba hem zei, toen hij was uitverkoren voor een persoonlijke ontmoeting, dat hij teveel aan de meisjes dacht. Maar op een volgende gelegenheid ging Baba verder. "Onverhoeds trok hij mijn broek naar beneden en probeerde hij mij seksueel op te winden. Hij nam mijn hand en legde het op zijn geslachtsorgaan. Toen merkte ik dat Sai Baba tweeslachtig was: niet dat hij half-vrouw half-man was, geen hermafrodiet, nee, van het ene ogenblik op het andere veranderde hij van man in vrouw, compleet met de geslachtsorganen die daarbij horen. Vraag me niet hoe dat kan, maar ik heb het zo ervaren. Het moet ook een soort wonder zijn. Kennelijk leeft Sai Baba toch op een ander niveau dan gewone stervelingen." Dit is wat Keith Ord ons vertelt en wij geven het maar door.

Keith Ord: "Toen Baba mijn ontsteltenis zag zei hij dat ik niet hoefde te schrikken, want dat ook dit goddelijk was. In grote verwarring ben ik toen naar mijn kamer teruggegaan. Het heeft drie weken geduurd voordat ik er met enkele vrienden die ik daar had ontmoet, onder wie Alexandra, over durfde te praten. Een van de vrienden vertrok na mijn verhaal hals over de kop: hij had exact hetzelfde meegemaakt, inclusief de opmerking van Baba dat dit goddelijk was." Keith ging op onderzoek uit en kreeg van een tiental mannen en jongens te horen dat zij erover konden meepraten. Ze hadden het aanvaard vanuit de gedachte dat ook een godmens niets menselijks vreemd hoeft te zijn, inclusief seksualiteit.

Maar zelf is Keith door die gebeurtenis wel uit het lood geslagen. Hij geloofde in Sai Baba, ook in het feit dat hier sprake was van een god in mensengedaante. En dan ineens die nogal agressieve, ongewenste seksuele intimiteit. Hij kon het niet rijmen, "Na enkele weken van innerlijke strijd heb ik met Sai Baba gebroken. Ik realiseer me dat hij huichelt. Hij predikt dat seks alleen mag dienen voor de voortplanting en dat al het andere energieverspilling is van energie en alleen maar de lagere instincten voedt. Dit is wat hij zegt, maar achter gesloten deuren doet hij dan zoiets. Hij spreekt met dubbele tong en dat kan niet voor een godmens. Bovendien maakt hij misbruik van zijn positie."

Wanneer we dit verhaal aan Nederlandse devotees voorleggen, blijkt kort geleden een soortgelijk verhaal te hebben gestaan in het esoterische blad Bres. Simon Vinkenoog recenseerde daarin een boek dat al in de jaren zeventig verscheen, maar eerst nu in Nederland beschikbaar is gekomen. Tal Brooke's Avatar of night, the hidden side of Sai Baba. Over de verborgen kanten dus van de godmens. Hierin doet een vroegere toegewijde verslag van precies zo'n gebeurtenis als Ord heeft meegemaakt, zij het nog gedetailleerder. Ook wordt beschreven hoe Sai Baba met dezelfde vingervlugheid als waarmee hij sieraden en as te voorschijn tovert, ritssluitingen van mannenbroeken weet te openen en feilloos de weg daarachter weet. Brooke beschrijft onder meer de ervaringen van een zekere Paul die hem heeft verteld geslachtsgemeenschap te hebben gehad met Sai Baba 'als was deze een vrouw'. Commentaar van Vinkenoog: "Laat dit je kinderen maar niet lezen."

Het boek eindigt met de beschrijving van een na dit incident opgezette samenzwering tegen Brooke, in een poging te verhinderen dat hij India zou verlaten. Ook zijn twee beëdigde verklaringen opgenomen van mannen met gelijkluidende ervaringen. Laatste woord van Vinkenoog: Oefoef!

De voorzitter van het Coördinatie Comité van de stichting Sri Sathya Sai Baba, Anne Marcelle van Weerelt: "Dit rare verhaal is ons sinds dat boek van Brooke natuurlijk bekend. Er is met Sai Baba over gesproken en hij heeft er toen zeer laconiek op gereageerd. Toen hem gevraagd werd of hij dit soort laster niet erg vond, was zijn reactie: Praise or blame, it's all the same."

Ofte wel: smaad of eer, het komt op hetzelfde neer.

PS. Er wordt de naam Paul genoemd, maar dat moet Patrick zijn. Zie het artikel van Vinkenoog, waar deze fout in is geslopen.