Open brief aan de Eerste Minister van India,

Zijne Excellentie A.B. Vajpayee

 

 

Datum: 16 oktober 2002

Geschreven op 28 september 2002.

Door Barry Pittard, Australië, voormalig docent aan het Sri Sathya Sai College voor Kunsten, Wetenschappen en Handel, Whitefield, Karnataka.

Excellentie,

U heeft, mede ondertekend door P.N. Bhagawati, Opperrechter van het Hooggerechtshof van India, en Raganath Mishra, Voorzitter van de nationale commissie voor de Mensenrechten van India en voormalig Opperrechter van het Indiase Hooggerechtshof van India, een open brief gepubliceerd waarin Sathya Sai Baba van Puttaparthy Andhra Pradesh wordt verdedigd.

In deze brief spreekt u van: 'wilde, gedurfde en in elkaar gedraaide beschuldigingen door bepaalde gevestigde belangen en mensen tegen Bhagawan Sri Sathya Sai Baba.'

Ik ben zestig jaar oud en ben twee jaar docent Engels geweest aan het Sathya Sai College in Whitefield, Karnataka; voorts ben ik en gepensioneerd Australische leraar middelbare school.

Nu houd ik mij actief bezig met het coördineren van de inspanningen van vele voormalige aanhangers over de gehele wereld, die zeggen dat Sathya Sai Baba zich heeft schuldig gemaakt aan ernstig, langdurig moreel wangedrag. Als verantwoordelijke burgers zijn wij, behalve door U, nog nooit beschuldigd van willekeurigheid, gewaagdheid of verzinsels.

Velen van ons hebben het lidmaatschap opgezegd, in enkele gevallen een hoog ambt in de Sathya Sai wereldorganisatie opgegeven. Ik heb mij vijfentwintig jaar lang met veel toewijding en dienstbaarheid aan hem ingezet, hetgeen niet vreemd is aan een groot aantal voormalige volgelingen.

De vriendelijkste uitleg van uw brief suggereert dat de ondertekenaars geen onderzoek hebben gedaan naar de herkomst van de beschuldigingen die tegen Sathya Sai Baba zijn ingebracht. Een dergelijk onderzoek had u heel gemakkelijk kunnen instellen. Het was de morele en ethische plicht van u en van uw collega Sai volgelingen om de feiten vast te stellen. Waarom smeet U met zulke beschuldigingen zonder daarbij enige grond te noemen?

Daar de overweldigende stroom van weerstand afkomstig is een van een volkomen in de openbaarheid werkend, zeer goed georganiseerd netwerk van vroegere actieve volgelingen van Sathya Sai Baba, zijn uw opmerkingen duidelijk bestemd voor ons.

U zou dan onmiddellijk hebben ontdekt dat degenen die de beschuldigingen tegen Sathya Sai Baba uitspreken, voormalige volgelingen zijn wiens integriteit boven alle twijfel verheven is. Vele belangrijke media kunnen dat bevestigen, zoals The Times van Londen, Daily Telegraph, B.B.C., Australian B.C., Argentinian Azul TV (Zona de Investgacion) en Deense Omroep Organisatie (Onderzoeksteam). Deze integriteit is door U, evenals door P.M. Bhagawati en Ranganath Misrah in een kwaad daglicht gesteld.

In tegenstelling tot uw belasterende verklaring, hebben wij geen 'gevestigde belangen' en komen uit vele landen, beroepen, ambachten en culturele achtergrond. Uw gemeenschappelijke brief zegt verder: 'wij veroordelen unaniem de ongegronde en kwaadaardige beschuldigingen waarmee Sathya Sai Baba vanuit bepaalde hoek wordt bekogeld' en u spreekt over hen die de beschuldigingen uiten als 'vulgair'.

Excellentie, ik vestig uw aandacht op het volgende internet adres:

http://www.PetitionOnline.com/saibaba/petition.html

Hier zult u bij de ondertekenaars talrijke mensen vinden die jarenlang volgeling zijn geweest van Sathya Sai Baba. Velen van hen zijn functionarissen geweest en hebben sleutelposities ingenomen in zijn wereldwijde organisatie. Tot ons gezelschap behoren mede -oprichters, voorzitters, secretarissen, penningmeesters, algemene coördinatoren 'Balvika Goeroes', organisatoren van workshops etc. Onze activiteiten zijn zeker niet 'vulgair' zoals u het uitdrukt.

De bovengenoemde petitie, opgesteld door een coalitie van vroegere aanhangers genaamd JuST (Just Seekers of Truth) - zoekers die het slechts om de waarheid te doen is - wordt aangeboden aan vele regeringen, ook aan die van u.

Hierin worden enige van de voornaamste beschuldigingen tegen Sathya Sai Baba opgesomd, voornamelijk met betrekking tot

en roept op tot een gerechtelijk onderzoek op het hoogste niveau.

Bent u bereid dit in te stellen? Zo niet, vertel ons alstublieft waarom niet.

De feiten zijn als volgt:

Afkomstig uit vele delen van de wereld, inclusief India, zijn er door minderjarigen, jonge mannen en hun familie beschuldigingen uitgesproken over verschillende vormen van seksuele molestatie door Sathya Sai Baba. Een aantal mannen en vrouwen die destijds een vertrouwelijke en verantwoordelijke positie innamen binnen de Sathya Sai Organisatie hebben toen deze beschuldigingen zorgvuldig nagegaan zowel bij de slachtoffers als bij hun familie.

Deze mensen, gesteund door hoog gekwalificeerde en ervaren raadslieden op het gebied van seksueel misbruik, zijn er volledig van overtuigd dat deze beschuldigingen op waarheid berusten. In tegenstelling tot vooraanstaande wereldleiders in de Sathya Sai-organisatie, die zeer goed op de hoogte zijn van de feiten, hebben enkelen van ons nauwgezet het aanzienlijke bewijsmateriaal vastgelegd, het ter kennisname toegezonden aan de hoogste regerings- vertegenwoordigers, zoals uw eigen Minister van Binnenlandse Zaken en Vice Premier L.K. Advani, alsmede aan instellingen van de uitvoerende macht zoals CBI New Delhi, FBI, Interpol, Scotland Yard, Franse Nationale Politie, het bureau van de Duitse Openbare Aanklager, Royal Canadian Mounted Police, en de Australian Federal Police.

Hoewel ondergetekende samen met anderen protest aangetekend heeft bij de toenmalige Directeur van de CBI te New Delhi, Dr. R.K. Raghavan, heeft uw eigen nationale politie geen actie ondernomen nadat hun de feiten waren voorgelegd door betrouwbare burgers van uw eigen land en uit andere landen. Toch zijn de beschuldigingen door topambtenaren in andere landen wel hoogst serieus genomen-

waaronder ook de ambassadeur van de Verenigde Staten, destijds Richard Celeste en een stuk of tien hoge ambtenaren van het State Department, in nauwe samenwerking met de FBI.

Van hen en van andere Ministeries van Buitenlandse Zaken krijgen wij echter te horen dat zij worden gehinderd door de laksheid van de Indiase autoriteiten. Een dergelijke laksheid komt neer op medeplichtigheid aan het onderhavige misbruik.

Is het mogelijk dat het voorpagina-artikel van India Today is ontsnapt aan de aandacht van u, uw hoge ambtenaren en uw collega's? Is UNESCO's mededeling aan de media - die zoveel aandacht heeft gekregen in India - u ontschoten? UNESCO kondigde in 2000 aan dat het haar medewerking opzegde aan een onderwijsconferentie op hoog niveau die in September in Puttaparthy zou worden gehouden. Zij voerde diverse redenen aan voor haar ongenoegen, waaronder de vele ernstige beschuldigingen aan het adres van Sathya Sai Baba.

Een zeer oppervlakkig onderzoek van u of van uw departementsfunctionarissen zou hebben uitgewezen dat de grote massa van de openbaar gemaakte meningen en opvattingen van onze kant van hoog ethisch en moreel gehalte is. Vele daarvan zijn uitgebreid te lezen op het internet.

Dit heeft geleid tot de intensief voorbereide artikelen in zeer betrouwbare media in landen als de USA (Salon.com) het Verenigd Koninkrijk (Times of London, Daily Telegraph) Denemarken (BT) Zweden (Sokaren), Nederland (Trouw), Duitsland (Bild, Focus) India (India Today) Australië (The Age) Canada (Ottawa Citizen, Toronto Star, Vancouver Sun) Ook de BBC, ABC en televisiemaatschappijen zoals boven genoemd.

Met betrekking tot de in 1993 te Puttaparthy gepleegde moorden, vraag ik uw aandacht voor de informatie verstrekt door Robert Priddy, die U kunt vinden onder de titel: Geloof aantastende gebeurtenissen - de moorden van 1993 op http://home.no.net/anir/Sai/enigma/VKNl.htm

De heer Priddy , een gepensioneerd docent filosofie en sociale wetenschappen aan de Universiteit van Oslo, Noorwegen, heeft scherp analyserend geschreven over de schrikwekkende onthullingen die hem zijn gedaan door een vriend. Deze vriend, die zowel hem als mij zeer dierbaar was, is de vroegere Indiase dagbladredacteur, de overleden V.K. Narasimhan, een groot en onbevreesd man, die als geen ander onbelemmerd toegang had tot Sathya Sai Baba. Dit en ander bewijsmateriaal roept ernstige vragen op over de rol die bijvoorbeeld uw voormalige Minister van Buitenlandse Zaken S.B. Chavan gespeeld heeft; alles wijst erop dat hij een onmisbaar aandeel gehad heeft in de schadebeperkende maatregelen die men vanuit Puttaparthy dicteerde. Er wordt een situatie geschetst waarin Sathya Sai Baba, zijn broer Janaki Ramaiah met zijn vertegenwoordigers, zowel als de plaatselijke, regionale en rijkspolitie de zaken op een buitengewoon dubieuze, verdachte wijze hebben aangepakt.

Al degenen die de gegevens hebben bestudeerd, kennen maar al te goed de vele onregelmatigheden die de autoriteiten hebben begaan en de stroom aan uitvluchten die zij ervoor hebben bedacht, zodat het duidelijk mag zijn dat hier de feiten op misdadige wijze geweld is aangedaan.

Bent u bereid, Excellentie, als hoofd van de grootste democratie ter wereld, de schijnvertoning van openbaar bestuur voor uw rekening te nemen waarvan verslag wordt gedaan in The Hindu (6 october 1993):

'Toen vertegenwoordigers van de pers spraken met de Heer Indulal Shah, hoofd van de Sri Sathya Sai Wereldtrust, zei hij: dit is een zuiver interne aangelegenheid en wij wensen niet dat enig orgaan van de uitvoerende macht hier onderzoek gaat doen'.

Is Puttaparthy een middeleeuws leengoed dat buiten bereik ligt van de Indiase wet?

Zoals u weet beschouwen veel mensen in alle rangen van het Indiase leger, de politie, de rechterlijke macht, de diplomatie, in handelskringen enzovoort Sathya Sai Baba als een belichaming van God.

In welke licht zal uw land komen te staan als Sathya Sai Baba's ontmaskering die nationaal en internationaal onvermijdelijk gaat plaatsvinden, eenmaal gaat doorzetten, tenzij u en uw regering handelen in eerlijkheid en rechtvaardigheid? Uw eigen reputatie staat hier op het spel. Uw opzettelijke weigering om op te treden zal natuurlijk legitieme vragen oproepen naar uw werkelijke beweegredenen het werven van stemmen en donaties voor u en uw partij.

Ik zie dat u en uw medeondertekenaars Sathya Sai Baba aanduiden als 'Bhagwan'.

Eigenlijk bevestigt u hiermee de goddelijke status te aanvaarden die hij zichzelf heeft toebedacht; hij heeft zichzelf immers uitgeroepen tot een meest volkomen Avatar aller tijden, iemand die tijdens dit leven de gehele wereld zal redden, een feit dat u beslist niet onbekend kan zijn.

Geen enkele bovennatuurlijke manifestatie die met Sathya Sai Baba in verband wordt gebracht, op hoe grote, wereldwijde schaal ook, kan hem en elke andere religieuze leraar vrijspreken van de verschrikkelijke misdaden tegen jongens en jonge mannen en van medeplichtigheid aan politiemoorden en vervolgens het toedekken van de feiten.

Dat u, behalve het vrome geloof in hem die u aanduidt als Bhagavan, reden heeft om dissidente, vroegere aanhangers van Sathya Sai Baba te belasteren, moge blijken uit de volgende opvallende feiten.

Voor het overleven van uw regeringscoalitie, heeft u de negenentwintig zetels van de deelstaat Andhra Pradesh en de stevige donaties dringend nodig. Het is overduidelijk dat u de brief meeondertekend heeft als onderdeel van een afspraak; hiermee wordt uw belangstelling een politieke, geen godsdienstige.

U heeft zich bij Tony Blair beklaagd over de negatieve publiciteit die Sathya Sai Baba in Engeland gekregen heeft. Hoewel aanvankelijk beloofd, heeft de Britse regering geen actie ondernomen na een motie in het Huis van Afgevaardigden waarin gevraagd werd een waarschuwing te laten uitgaan omtrent de gevaren die jonge jongens lopen bij Sai Baba.

Toch hebben bijna vijftig Britse parlementsleden van diverse partijen deze petitie ondertekend.

Twee maanden later ging Ben Bradshaw, een voormalige Minister van Buitenlandse Zaken, als Blair's vertrouwelijke gezant in het geheim naar India om een overeenkomst te sluiten over het vliegtuig Hawke. Ondanks hevige kritiek van de speciale commissie van het Lagerhuis, kwam de geheime Blair-Vajpayee wapenovereenkomst erdoor. Nadat zij eerst werkelijk belangstelling had getoond in het formuleren van een officiële waarschuwing tegen Sai Baba, maakte de Britse regering een einde aan alle actie bij al haar instellingen. Deze koerswijziging werd ingegeven door de klacht over negatieve publiciteit over Sai Baba, die u in november 2001 tijdens uw bezoek aan Londen bij de Britse Eerste Minister deponeerde. De Britse regering werd beloond met een uiterst lucratieve wapenovereenkomst, uw beloning bestond uit het zwijgen van Britse kant en een aantal gevechtsvliegtuigen. Dit is geen gang van zaken die moreel gezien bijster aantrekkelijk is.

Ik zal deze brief uitgebreid bekendheid geven en beschikbaar stellen aan de Indiase en aan de internationale media, aan Ministeries van Buitenlandse zaken in de hele wereld, hoofden van instellingen voor de uitvoerende macht en op het internet.

Ik verzoek u nu:

In het openbaar uw opmerkingen in te trekken en zich te verontschuldigen voor de aantijgingen gemaakt in uw gemeenschappelijke brief; u heeft hiermee een bijzonder slechte dienst bewezen aan de talloze fatsoenlijke vroegere aanhangers die dikwijls met grote opofferingsgezindheid en onder spanning voortdurend ploeteren om de beschuldigingen aan het adres van Sai Baba onder de aandacht te brengen van regeringen, instellingen voor rechtshandhaving en van het grote publiek.

Een grondig en officieel onderzoek te laten instellen naar deze beschuldigingen.

Barry Pittard, Australië. bpittard@beachaccess.com.au